maandag 25 mei 2015

In Bova is het altijd 11 over half 2 en 53 seconden.

In de keuken, annex woonkamer van het appartementje waar we in Bova verbleven hing een klok die permanent deze tijd aanwees. Toen we er net arriveerden zag je de rode secondewijzer nog proberen schokkerig verder te komen dan 53 seconden, maar al snel bleek de tanende kracht van de batterij niet opgewassen tegen de natuurkracht die dit zuidelijk Italiaanse bergdorpje blijkbaar in zijn greep heeft: de tijd staat er stil. 
Plus ça change, plus c’est la même chose. 

Natuurlijk zijn er dingen anders sinds de vorige keer dat we hier waren, maar dat zijn puur cosmetische ingrepen. Er zijn huizen opgeknapt, de straten zijn beter bestraat, de kathedraal is af, maar het zijn uiterlijke veranderingen. Het hart van de Bovees is niets veranderd. Het leven in Bova oogt identiek.

Enerzijds is dat natuurlijk de charme, het betrouwbare constante van iets dierbaars, anderzijds zou je toch willen zien dat waar jijzelf en de wereld om je heen veranderen, dat plaatsen die je dierbaar zijn dat ook doen. Of vooral op de punten die je graag ziet veranderen. Net zoals je je dierbaren, je familie (je moeder?) het liefst zou willen veranderen, maar dat zij degenen blijken die dat –tot aan het gekmakende toe– nooit zullen doen. 

Zo is het ook met Bova. Bova Superiore wel te verstaan; het oorspronkelijke Bova, niet Bova Marina; het aan de kust gelegen ‘moderne’ Bova waar dan wel de trein stopt en met geld uit de gemeenschap een veel te mooi gemeenschapshuis is neergezet, maar verder de uitstraling ‘vergane glorie’ niet verder weg in gedachte lijkt, dan haar oorspronkelijke naamgever.  

Dit van oudsher Politiek en religieuze centrum van de Griekse kolonisatie in zuid Italië is waaraan je na een bezoek al snel je hart verpand door zijn wonderschone ligging vlakbij zee, bergamot, mierzoete bloesemgeur, het rijke landschap wat in alle ingrediënten voorziet waar de ongecompliceerd pure keuken van (zuid) Italië mee gevuld wordt. En de stille, zorgvuldige bereiding van koffie of eten die het zachte verlangen uitstralen naar de consumptie erna. 

Maar wanneer je met de mensen praat vertellen ze dezelfde verhalen als toen. Of meer nog sluimert door die verhalen het gelaten slachtofferige van iemand die hoopt dat een ander de rotzooi ooit opruimt. Dat is misschien ook wel iets uit deze regio. 

Ze zeggen wel dat voorbij Eboli (een plaats net onder Napels) God nooit gekomen is. En dat gemis, dat verlaten gevoel is wat de mensen in de schoen van de laars Italië allemaal onderhuids lijken te hebben en onderbewust uitstralen. Hoewel ze ooit trots Grieks waren, zijn ze nu verlaten ‘boeren’. 
Daarom zie je ook letterlijk her en der rotzooi liggen en autowrakken staan die nooit opgeruimd zullen worden. 

Maar de tijd op de klok symboliseert meer. Waarom niet 6 voor 9, een moment dat je ergens aan begint al is het enkel de dag? Waarom niet 2 voor 12 of kwart over 11? 
Nee, 11 over half 2 en 53 seconden. Zo’n moment op de dag dat alles al in gang gezet is en er dus niets meer aan veranderd kan worden. En als je het nog niet begonnen bent, dan ben je er sowieso te laat mee. 
En als het ’s nachts was dan slaap je. En mocht je nog wakker zijn dan weet je dat je het best naar bed kunt gaan gezien de kansloosheid van wakker blijven. 
Zo’n kansloos moment op de dag. Waarop het enige dat je in Bova kunt beginnen is een siësta. Geen moment om een verandering aan te gaan. 

Laat staan het wisselen van batterijen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten