zondag 22 april 2018

Verhalen is wat we zijn


Bijzonder. Een meervoud toch met een enkelvoudig werkwoord duiden. Maar het klopt wel gevoelsmatig. Vind ik althans. Want verhalen in dit geval is niet een reeks vertellingen die alleen maar opgeteld een reeks zijn, nee, verhalen betekent in dit geval een paraplubegrip dat ons als mens definieert. Al het feitelijke dat we zijn is theorie, wetenschap, een reeks, een begrip. Maar al het spirituele, Meta-fysische, zielvolle, sociale wat we zijn, is verhalen. 

Zoals we vroeger bij het kampvuur ons zijn aan elkaar duidelijk maakten –en onszelf daarmee definieerde– via verhalen over en van onze voorvaderen. En dát samenzijn, dát delen was ook onderdeel van ons verhaal. Want natuurlijk zijn verhalen onderdeel van een groter verhaal. Noem het Het Grote Verhaal. 

En ons Grote Verhaal is eigenlijk overal en altijd hetzelfde. Het verhaal dat iedereen het liefst hoort, vertelt krijgt. Waar we ons het liefst mee vereenzelvigen. Dat is het verhaal van een wereld in chaos. Daaruit staat een eenling of een groep eenlingen op en trekt ten strijde tegen het monster of duistere krachten, welke enkel de chaos wiilen verergeren en de mensheid verder bedreigen en onderdrukken. En deze eenling(en) weten, ondanks gevaar voor eigen leven, het kwaad te overwinnen en zo een nieuwe orde uit de chaos te scheppen. Dat is feitelijk waar bijna alle verhalen ruwweg op gebaseerd zijn. 

En dat blijkbaar universele verhaal is wat ons dus allemaal maakt tot wat we zijn. En dat verhaal hebben we nodig. Het definieert ons. Of het nou via een Bijbel, een Koran, een Popul Vu, een deel van de boeken van Duin van Frank Herbert, Moby Dick van Herbert Manville, Star Wars, In de ban van de Ring, Nijntje, ‘Wie heeft er op mijn hoofd gepoept?’, Het Proces van Kafka . . . Uh, oké. Sommige verhalen zijn geneigd de chronologie van incidenten om te draaien of zijn een beetje onduidelijk in wie de gedoodverfde helden en bad guys zijn, maar het algemene gegeven van het verhaal, de oervorm van Het Verhaal is eigenlijk uniform. Universeel. 

Maar blijkbaar hebben we een nieuw verhaal nodig over het reële leven, de fictie daargelaten. De laatste 30 ofzo jaar was het Neo-Liberalistische verhaal iets waar we onszelf en de samenleving op inrichtten hier in het Westen. Maar die werkelijkheid begint meer en meer barsten in het pleisterwerk te vertonen.  

Het kapitalisme, individualisme, materialisme, al de ‘waarden’ waar we de laatste, pak ’m beet 50 jaar naar streven of als leidraad hanteren om een goed en volwaardig leven mee in te richten, blijken te worden ingehaald door realiteiten van nu. 

De aarde als schijnbaar onuitputtelijke bron van grondstoffen en diverse flora en fauna blijkt toch niet zo onuitputtelijk. De stand van de vissen in de oceanen, verdwijnende regenwouden, oprukkende woestijnen, stijgende oceanen, afbrokkelende gletsjers, uitstervende en bedreigde diersoorten, afnemende biodiversiteit, ineenvallende bodemlagen. Allemaal symptomen van de niet onuitputtelijkheid van deze wereld. 

De gevolgen van bezitten en consumptief gedrag zijn schrijnend evident. De aarde blijkt echt niets aan te kunnen met plastic. Onmetelijk grote plastic soep eilanden tot gevolg hebbende. Maar ook intermenselijk. De steeds groter groeiende steden verarmen de mens. Los van de onbetaalbaar wordende huizen in de grote steden. Natuurlijk bruist het van creativiteit en ontwikkeling in een stad. Maar het verrijkt niet de mensheid als gemeenschap. In mijn beleving zijn artiesten en succesvolle carrièrejagers erg egoïstisch. En dus niet rolmodellen voor de gemeenschapszin. Hoewel ze een onderhoudend verhaal of performance bij het kampvuur kunnen geven zullen ze niet helpen bij de afwas, wat ook een rijke plek voor gemeenschapszin is. 

En ondernemerschap en kapitalisme staan ook onder druk. Het briljante idee achter Facebook (toen nog THE Facebook) is door de kapitalisering ervan allang opgeslokt en verzwolgen. En met hem wij en onze privacy. Ik sprak dit weekend iemand die concludeerde dat het probleem van social media (en daarmee feitelijk heel veel dat op internet en in app-stores huist) eigenlijk het gebrek aan marktwerking is. Wanneer de verschillende social media met elkaar zouden kunnen communiceren en interacteren, zou dat de gebruiker ten goede komen. Want wanneer het niet uitmaakt waar je iets post of actief bent, is het de provider van die dienst er veel meer aan gelegen die gebruiker te behouden en dus meer vanuit de grbuiker te denken in plaats van de aandeelhouders. 

Maar het probleem gaat natuurlijk nog dieper. Onder druk van marketeers ontwikkelen tech-bedrijven natuurlijk zulk soort sluwe addertjes onder het virtuele gras als ‘de Facebook-pixel’. Feitelijk is het een stukje code dat je op een site ‘verstopt’, die surfgedrag verzameld. En zou je denken als Facebook dat gratis verstrekt, waar verdienen ze dan aan? Simpel. Alles dat de eigenaar van de website verzameld door dat stukje code, wordt ook massaal vergaard door Facebook. Daarom is Facebook zo interessant voor adverteerders: het weet alles over iedereen die wel eens op internet is. En het gaat over veel meer dan je leeftijd en je telefoonnummer. 29.000 demografische parameters. Is dat niet wat Arjan Lubach concludeerde? En dus al jaren lang. Lang voor de sleepnetwet zijn die principes al actief. 

En dan de Kamer van Koophandel die beweerd dat het wettelijk verplicht is gegevens van klanten massaal door te verkopen aan commerciële partijen. Ik  ben best benieuwd naar die wet die de KvK beweerd te moeten volgen. 

Maar al deze verhalen daargelaten zijn zij niet Het Verhaal. Want als ik jullie zou vertellen dat ik het goed voor elkaar heb, want: mooi huis, tof gezin, fijne partner, tuin op het zuiden, blinkend blik voor de deur, 2 à 3 keer per jaar op vakantie, rentevrije leningen, nauwelijks hypotheek, blinkend pensioen opgebouwd, toffe baan zonder veel stress, dan zou je zeggen volgens het Neo-Liberale verhaal, dat ik een heldenstatus bekleed. Maar met alle inzichten van nu kun je ook zeggen dat ik het kwaad in het verhaal ben. De luis in de pels. Dat ik de consumptieve vernietiging van aardse reserves ben. De Judas van de discipelen. 

En wanneer zitten we nog bij het kampvuur? Daar heeft onze Neo-Liberale leefstijl helemaal geen tijd voor, want de aarde moet zo snel mogelijk kapot en wij zo snel mogelijk aan een burn-out. 

We hebben helemaal geen tijd om weer eens de slappe lach te hebben. Fantaseren over micro- en macro-kosmos. Nee, we moeten door. 

Dat is ook zo’n ‘fantastisch’ fenomeen van deze tijd. Dat constante gevoel dat je ergens te laat voor bent. Dat je geen tijd meer te verliezen hebt. Dat niets je doelen in de weg mag staan. Dus alles wat dat wel doet moet opzouten en genegeerd worden. Aan de kant geschoven. 

En we moeten ook maar allemaal onafhankelijk zelfvoorzienend en briljant op de hoogte zijn. Overal waar we mee te maken hebben en krijgen, moeten we snappen als een baas, kunnen als een pro en over opscheppen als de beste. 

‘Je huis verkopen? Dat je dat niet zelf doet?’. ‘Belastingaangifte? Dat je dat niet zelf doet?’. ‘Auto verkopen? Dat je dat niet zelf doet?’. ‘Je oudedagsvoorziening? Dat je dat niet zelf doet?’. ‘Je eigen website? Dat je dat niet zelf doet?’. ‘Je kont afvegen? Dat je dat niet zelf doet?’. 

Dat laatste is natuurlijk een synoniem voor wat ons allemaal boven het hoofd hangt. Dat moment dat je de post in de koelkast legt. Dat je in de meterkast staat te pissen. En je twee tellen later verwondert dat het er zo stinkt. Dat moment dat je niet meer weet welke dag het is. En in paniek raakt daarover. 

Je zou je in kunnen denken in het Neo-Liberale gejaag van het heden, dat dat best fijn zou kunnen zijn. Dat gevoel op vakantie dat je het even niet meer weet. Dat is best fijn. 

Maar wanneer er niet veel perspectief meer in je dag zit omdat je kinderen en kleinkinderen niet vaak genoeg langs kunnen komen, al je vrienden en leeftijdsgenoten één voor één het loodje leggen of zelf de weg kwijt raken en kwijlend en rochelend in een tehuis zittend, proberen te bedenken welke dag het is, dan is weten welke dag het is nog best een laatste strohalm van je tegenwoordigheid van geest om aan vast te klampen. De datum is allang niet belangrijk meer, maar welke dag . . . Dat biedt houvast. Dan kun je nog de tv gids naar behoren raadplegen. Kijken wat er komt die dag.

Maar als je daar dan staat, huilend van wanhoop. Wachtend tot jouw verhaal alleen nog maar door anderen verteld wordt. Wachtend tot je eindelijk enkel onderdeel wordt van Het Grote Verhaal. Waiting to shed this mortal coil. 

Maar wat doe je op heldere momenten? Of de momenten tussen helder en de weg kwijt? Dan sta je slechts te huilen. ‘Je komt alleen en je gaat alleen.*’ 

‘The writer stares with glassy eyes, defies the empty page. His beard is white, his face is lined and streamed with tears of rage. 

Thirty years ago how the words would flow with passion and precision. Now his mind is dark and dulled by sickness and indecision. 

And he stares out the kitchen door, where the sun will rise no more…’

Fragment uit ‘Losing it’ van Rush, over de laatste jaren van Ernest Hemmingway. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten